Pastores in de krant

Vandaag stonden de Leidse pastores in het Leidsch Dagblad. Op de website van de krant is het grootste deel van die bijdrage terug te lezen en we geven het hier graag weer.

Bijzondere kerk zonder oordelen

foto hielco kuipers: Vertrekkend pastoor Paul Brommet en zijn opvolger Helen Gaasbeek in het kerkje aan de Zoeterwoudsesingel.

LEIDEN – De huidige pastoor is getrouwd met een man. De nieuwe is een vrouw. Op de religieuze schilderingen in het witte parochiekerkje aan de Zoeterwoudsesingel in Leiden zijn onder anderen Lenin en Gandhi afgebeeld. Veel dingen die in de Rooms-Katholieke kerk niet kunnen, kunnen in de Oud-Katholieke kerk wel. Zondag viert de Leidse parochie van de heilige Fredericus en Odulfus de negentigste verjaardag van de wijding van de kerk.

Door Aad Rietveld – 21-4-2016, 9:44 (Update 21-4-2016, 9:44)


’Op papier’, zegt scheidend pastoor Paul Brommet, telt de parochie 120 leden. Die komen uit een gebied dat zich uitstrekt tot buiten de grenzen van Leidse regio en Bollenstreek. Tijdens een gewone mis zitten er zo’n dertig kerkgangers in de bankjes.

Nee, bekend is de Oud-Katholieke kerk in Nederland niet. Groot ook niet. Hij telt niet meer dan dertig parochies. De omvang van de Leidse parochie van de heilige Fredericus en Odulfus is stabiel, zegt de pastoor. „We hebben nu weer een beetje een dip, maar de afgelopen jaren hebben we een behoorlijke groei doorgemaakt.”

Maar die kleine schare parochianen ’viert het geloof wel voluit’, zegt diaken Helen Gaasbeek. Zij is met haar 34 jaar de jongste geestelijke in de Oud Katholieke kerk. Op 21 mei wordt ze in de kathedrale kerk in Utrecht tot priester gewijd en dan volgt ze Brommet in Leiden op als pastoor.

Dat je in een Oud-Katholieke kerk bent, en niet in een Roomse, kun je aan de viering van de mis niet zien. „Behalve als de priester een vrouw is, natuurlijk”, zegt Brommet. „De wierook, de bellen, de kaarsen: het is er allemaal.”

Wezenlijk anders

Toch is de Oud-Katholieke kerk wezenlijk anders dan de Roomse. De kerk ontstond in het begin van de achttiende eeuw en erkent niet de pauselijke onfeilbaarheid, die anderhalve eeuw later op het eerste Vaticaans concilie tot dogma werd verklaard. Hetzelfde geldt voor het dogma van de onbevlekte ontvangenis van Maria en dat van Maria tenhemelopneming. „Wij hebben ook veel minder heiligen”, zegt Brommet, ,,omdat er na 1723 geen nieuwe bij zijn gekomen.”

De oud-katholieken hebben zich in de bijna driehonderd jaar dat zij apart staan steeds verder van de Roomsen verwijderd. ,,Wij gebruiken al sinds 1908 de landstaal in de mis, hebben in 1922 het celibaat afgeschaft en laten sinds 1998 vrouwen toe in het ambt’’, vertelt Brommet. ,,En als een vrouw met een vrouw of een man met een man wil trouwen voor de kerk, dan kan dat ook geregeld worden.’’

Er zijn meer verschillen. Brommet: „Wij kiezen onze eigen bisschoppen, die worden niet vanuit Rome geparachuteerd. En leken hebben een belangrijke rol in de eredienst: die doen de voorbede en de schriftlezing. Onze kerk lijkt meer op de kerk in de eerste eeuwen van het christendom. En: wij hebben geen moraaltheologie. We hebben geen oordeel over mensen; geloof is een individuele verantwoordelijkheid.”

Gegrepen door de sfeer

Zowel Brommet als Gaasbeek zijn niet oud-katholiek van huis uit. Ze werden allebei gegrepen door de sfeer in de kerk. ,,Ik zong in een kamerkoor dat optrad in de kathedrale kerk in Utrecht’’, vertelt Gaasbeek. ,,Ik vond het indrukwekkend en voelde me er helemaal thuis.’’ Brommet vindt de wisselwerking tussen priester, kerk en koor mooi. ,,De mensen worden actief bij de mis betrokken. De priester heeft het voortouw, de gemeenschap viert.’’

De kerk aan de Zoeterwoudsesingel wordt negentig jaar, de parochie is veel ouder. ,,Die kwam in 1634, toen het katholicisme in de Noordelijke Nederlanden verboden was, al bijeen in het huis van de priester’’, vertelt Brommet. ,,Cornelis Steenoven, die in 1719 pastoor werd in Leiden, was in 1723 de eerste aartsbisschop van de oud-katholieken.’’ De ’verjaardag’ van de kerk is wel belangrijk, vindt de pastoor. ,,Wij staan op de schouders van onze voorgangers.’’