Lezing over Chris Lebeau

In het kader van het 90-jarig bestaan van ons kerkgebouw organiseren we op donderdag 28 april een lezing over de schitterende muurschilderingen van Chris Lebeau. Deze lezing wordt verzorgd door drs. Mechteld de Bois. Zij is als kunsthistorica gespecialiseerd in het werk van Chris Lebeau. Hieronder geeft zij alvast een inleiding op de lezing. De avond zal verder opgeluisterd worden met een muzikaal intermezzo, verzorgd door onze organist Casper de Jonge en bariton Jan Douwes. Na afloop is er gelegenheid de kerk en de schilderingen verder te bewonderen en elkaar te ontmoeten. Er zijn hapjes en drankjes voorzien.

Aanvang: 20:00 uur

Locatie: oud-katholieke kerk, Zoeterwoudsesingel 50

Entree: €5,00. 


De muurschilderingen in de oudkatholieke HH Fredericus en Odulphuskerk te Leiden

Introductie op lezing 28-04-2016

 

Chris Lebeau is één van de veelzijdigste en meest productieve Nederlandse kunstenaars geweest uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij begon als sierkunstenaar, ontplooide zich in korte tijd tot een vooraanstaand ontwerper, graficus en kunstnijveraar en bewoog zich al gauw als tekenaar en schilder ook op het gebied van de vrije kunst. Zijn oeuvre imponeert niet alleen door omvang en verscheidenheid, maar vooral door de ongeëvenaarde technische perfectie die hij in ieder genre heeft weten te bereiken. Tegenwoordig staat Lebeau bekend als een belangrijke vertegenwoordiger van de Nederlandse art nouveau (de Nieuwe Kunst) en art deco.

     De muurschilderingen die Lebeau heeft aangebracht in de oudkatholieke HH Fredericus en Odulphuskerk te Leiden (1928-1931) vormen een hoogtepunt in zijn carrière. Dit monumentale werk is door Mechteld de Bois uitvoerig bestudeerd bij de voorbereiding van zijn monografie (1987). Daarbij zijn de gesprekken met oud pastoor Smit, die tijdens de uitvoering van het project dagelijks contact met de schilder had, zeer verhelderend geweest. Ook hebben de interviews met familie, vrienden en leerlingen van de kunstenaar interessante gegevens over de beschildering aan het licht gebracht. Lebeau heeft nooit een officiële uitleg van zijn werk gegeven. Deze mondelinge informatie is daarom van groot belang geweest voor een beter inzicht in de totstandkoming en de betekenis van deze bijzondere schepping.

     Tijdens de bouw van de kerk in de winter van 1925-1926, besloot het kerkbestuur op de vele witte muurvlakken decoraties aan te brengen. Op advies van B. Buurman, de architect van de kerk, werd Chris Lebeau aangetrokken. Een opmerkelijke keuze. Lebeau die zichzelf een ‘religieuze anarcho-communist’ noemde, was fel gekant tegen het christelijk geloof. Maar het kerkbestuur dat tijdens het voorgesprek onder de indruk was geraakt van zijn persoonlijkheid, zijn levenshouding en levenswijze, heeft hem de opdracht toch gegeven. Ook accepteerde het zijn wens om geheel vrij gelaten te worden in de uitvoering van zijn werk.

     De schilderingen zijn zonder voorstudies rechtstreeks op de gepleisterde muren aangebracht in de Keimse waterglasschildertechniek, nieuw procedé. Lebeau koos voor deze techniek, die een grote technische bedrevenheid vereist, vanwege de duurzaamheid in een vochtig klimaat. Het decoratieprogramma is door hemzelf bedacht. Daarbij heeft hij christelijke thema’s op eigenzinnige wijze geïnterpreteerd. Na voltooiing lokte de beschildering kritiek uit bij de parochianen. Ook de ongebruikelijke stijl van de voorstellingen werd bekritiseerd. De afgebeelde figuren droegen geen lange oosterse gewaden, maar waren gekleed als mensen uit de eigen tijd. Het kerkbestuur daarentegen had waardering voor het moderne werk van Lebeau, dat vanuit zijn eigen gedachtegang vol religiositeit was vormgegeven.

     De muurschilderingen hebben door de speciale schildertechniek, het curieuze decoratieprogramma en de onorthodoxe stijl unieke waarde voor de kerkelijke kunst van de twintigste eeuw.

                                                                                                          Mechteld de Bois

 

Mechteld de Bois studeerde kunstgeschiedenis en archeologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zij was docente Culturele Vorming aan een Pedagogische Academie, werkte bij het Nederlands Theater Instituut en was jarenlang als conservator verbonden aan het Drents Museum te Assen. Daar heeft zij op het terrein van de Nederlandse toegepaste kunst rond 1900 vele tentoonstellingen samengesteld en gepubliceerd, waaronder een grote overzichtstentoonstelling met monografie over Chris Lebeau (1878-1945). Haar belangstelling voor deze kunstenaar was gewekt in haar studietijd toen ze al als stagiaire onderzoek deed naar een door hem gebatikt kamerscherm met symbolische voorstellingen van de kunsten. Dit onderzoek is het uitgangspunt geworden van haar doctoraalscriptie over Lebeau. Daarmee was de basis heeft gelegd voor haar specialisatie in het leven en werk van deze kunstenaar.